Geocachen bestaat eigenlijk uit twee delen. Een deel is het verstoppen van een doosje met daar iets in op een bepaalde plek. Van deze plek noteer je dan de geografische coördinaten en die publiceer je op de geocaching website. Het andere deel is het zoeken van reeds bestaande caches. Er zijn er al ontzetten veel, dus bijna zeker vind je er een binnen een straal van een kilometer van je huis. Om een cache te zoeken kijk je op de website naar de coördinaten, en zoek je de cache daarna op met je telefoon of met een aparte gps.
Afgelopen weekend heb ik ook mijn eerste caches gevonden, en dat was best wel leuk. Sommige zijn lastig te vinden of heel klein en andere zijn wat eenvoudiger. Het idee is dat je zo nog eens ergens komt/kijkt waar je normaal straal voorbij zou lopen. Bij sommige vondsten kan je ook je naam achter laten, of soms kan je iets uit de gevonden doos meenemen en ruilen voor iets anders.

We hebben een nieuwe auto! Onze 
Het was een klein feestje een paar dagen geleden. Alex gaf helemaal zelf aan dat hij moest plassen, en na het pakken van zijn potje ging hij met wat hulp lekker zitten en deed een plas. Pappa en mamma waren natuurlijk apetrots, maar Alex zelf was nog het meest in zijn nopjes! Halverwege stond hij al plassend op om blij juichend en plassend door de kamer te rennen.
In Spanje heb je dat natuurlijk niet, een fiets. Daar zijn bijna geen fietspaden, en als je al een fiets hebt, dan is het een gevaarlijke bedoeling. Mede weggebruikers zijn niet bekent met fietsen en houden dus ook geen rekening met je. In Nederland is dat natuurlijk helemaal anders. Daar zit je op de fiets en ben je de koning van de weg. Iedereen houd rekening met je, en je kan overal met de fiets komen.