De kerk. We kennen deze enorme instelling allemaal. Gelovig of niet, je kan er onmogelijk omheen dat de kerk enorm heeft bijgedragen aan de samenleving. Maar de tijd schrijdt onverminderd voort en het lijkt erop dat de kerk bezig is met zijn laatste levensfase. Wellicht duurt het nog honderd jaar, maar de kerk als spiritueel bolwerk zal ophouden te bestaan.
Tenminste, dat was mijn gedachte hierover. Totdat ik een paar weken geleden een uitspraak van de paus hoorde.
Paus Franciscus zei:
“Ik heb liever een kerk die op straat schaafwonden en pijn heeft opgelopen en vuil is geworden dan een kerk die ongezond lang binnen zit en zich vastklampt aan zijn eigen zekerheden”
“Priesters moeten de straat op, de modder in, en niet langer de moedeloze zuurpruim uithangen.”
Zou er dan toch nog hoop zijn? Zal het de huidige paus lukken om zijn visie de enorme bureaucratie door te drukken? Zal hij het echt voor elkaar krijgen dat een kerk niet een plek is om een god of een man te aanbidden, een plek waar je langs gaat als je geen andere uitweg meer ziet, maar dat het een plek wordt om elkaar daadwerkelijk te helpen?
De paus is uitgeroepen tot persoon van het jaar 2013. Volledig terecht lijkt me. De raderen van verandering lijken langzaam maar zeker in beweging gezet te worden.
Als het hem lukt om de kerk om te vormen tot een plek waar een donatie, de biecht, de preken, de zang allemaal opeens veel directer wordt, namelijk de donatie voor hulp, de biecht voor persoonlijk advies, de preek voor algemeen advies de zang voor het samenbrengen en voor plezier. Stop dan maar met dat stukje brood en die wijn. Maak de kerk gezellig. Zet de radio aan, knutselmiddagen, vrijwilligers feestjes, hulp middagen, open die kerk voor hulpverleners, sociale trainingen, feesten en partijen, bridge middagen, schaaktoernooien, revalidaties en noem maar op. Ga de concurrentie aan met de individualist door volledig te focussen op het samen. Precies zoals Jezus dat ruim 2000 jaar geleden heeft voorgedaan.
Zorg er voor dat dat kruis niet langer het symbool is van het kruisigen van een man, maar maak het een symbool van samenzijn. Een symbool dat impliceert dat het niet uit maakt wat of wie je geloofd, maar dat er naast ieders individuele overtuiging een plek is om samen aan een betere wereld te werken.