Vorig weekend heb ik doorgebracht op het strand van Güi-güi. Een strandje in de middle of nowhere. Zaterdag ochtend heen en zondagochtend / middag weer terug.
Het voordeel van dit strand is dat het nagenoeg verlaten is. De reden hiervoor is simpel: je moet twee en een half uur lopen om bij het strand te komen. Ongeveer anderhalf uur klimmen en daarna een uur afdalen.
Het strand is best aardig, het water is kraakhelder en de omgeving is adembenemend mooi. Toch is het een flink pittige kluif. Omdat er niets in de buurt is moet je alles meeslepen; water, bier, eten, tent, handdoeken, zonnebrand, alles.
De route: Rij naar Tasartico. In Tasartico veranderd de weg van asfalt, naar zand met stenen. Halverwege dit pad is een parkeerplekje, goed voor ongeveer 3 of 4 auto’s. Vanaf hier begint het pad. Smeer je eerst in met flink wat zonnebrand. Hierna is het zaak het pad te volgen. Na anderhalf uur lopen ben je boven. Een flink karwei en eenmaal boven begint na een flinke pauze de tocht omlaag. Dit kost gelukkig minder inzet, maar afdalen over een pad van los mul zand en steentjes is af en toe nog flink gevaarlijk. Als je dan uiteindelijk arriveert kan je niet anders dan blij zijn over de tocht die achter de rug is. Eindelijk kan je genieten van een klein stukje paradijs.
En dan uiteindelijk moet je ook weer een keer terug………..